Regelmatig sporten en bewegen komt zowel ons brein als ons lichaam ten goede. Een overzicht:
HERSENEN : Door in beweging te komen neemt de bloedtoevoer naar de hersenschors toe, waardoor bloedvaatjes zich uitbreiden en hersenweefsel extra zuurstof en voedingsstoffen krijgt. Het eiwit BDNF komt vrij in het brein, wat de zenuwcellen in stand houdt.
HART : Van duursport, zoals stevig wandelen, wielrennen en hardlopen, is het bekend dat het de bloeddruk en hartslag in rust verlaagt. Deze aanpassingen verkleinen het risico om een hartziekte te ontwikkelen.
SPIEREN : Spieren zijn opgebouwd uit eiwitten die continu aangemaakt en vervangen worden. Bewegen stimuleert de aanmaak ervan. Bij inactiviteit raakt de balans zoek: je spieren verzwakken.
BLOEDVATEN : Door lichaamsbeweging neemt de hoeveelheid vetzuren in het bloed af. Hetzelfde geldt voor de hoeveelheid LDL-deeltjes: het 'slechte'cholesterol. Beide anpassingen verkleinen het risico op dichtslibbende slagaders.
VETWEEFSEL : De relatie tussen lichaamsbeweging en gewichtsverlies is ingewikkeld. Door enkel wat meer te sporten raak je niet snel vet kwijt. Om je verpercentage te verlagen is het vooral van belang minder of gezonder te eten.
AFWEERSYSTEEM : Regelmatig sporten en bewegen boost onze afweer. De cellen uit het afweersysteem reageren dan beter op ziekteverwekkers. Actievelingen hebben minder kans op bacteriele en virusinfecties.
HORMOONHUISHOUDING : Beweging kan diabetes type 2 voorkomen en zelfs omkeren. Door inactiviteit nemen weefsels minder goed glucose op uit het bloed. Als de suikerspiegel jarenlang te hoog is, kan dat bloedvaten en zenuwen beschadigen.
BOTTEN : We houden onze botmasse in stand door er gewicht op te zetten, bijvoorbeeld door te dansen of zware dingen op te tillen. Inspanning verkleint het risico op botontkalking. Inactiviteit vergraat dan weer het risico op botbreuken.
